maandag 31 december 2018

Klosse

Op de valreep van het jaar heb ik het boek van Peter Klosse uitgelezen. Het boek wordt omschreven als culiroman, maar wat ik lees is meer een horror story. Klosse is een professional uit de voedingswereld, eigenaar van een toprestaurant, en hij is gepromoveerd op onderzoek naar smaakclassificatie. Zijn stelling daarbij, heel interessant: 'Een mens heeft helemaal geen smaak, tenzij hij/zij wordt opgegeten.' Maar dit terzijde.

Deze voedselkenner heeft nu ook een roman geschreven, zijn eerste. Daarin lees ik met afgrijzen de bevestiging van veel zaken die Eef en ik al jaren menen te merken. Het gaat over de additieven industrie. Met veel kennis van zaken presenteert deze roman wat er allemaal wordt ontwikkeld aan stofjes om toe te voegen aan ingrediënten die de naam van echt voedsel niet meer mogen dragen, om te komen tot een substantie die de meeste mensen als lekker ervaren. Die daarmee de kiem leggen ook voor de ineenstorting van hun darmwerking. En dat is dan weer de kiem van vele welvaartsziekten, zo suggereert dit boek en heb ik ook al lang gedacht.

Wat het boek echt griezelig maakt, is de beschrijving van de verschillende grote bedrijven die rücksichtlos de zeer winstgevende chemische troep maken, die in het verpakte voedsel gaan. Maar ook gaat die rommel in de etenswaren van de grote keukens. Een paar druppeltjes gootsteenontstopper in je puree, lo(o)gisch toch. Klosse beschrijft een situatie waarin een etentje bij een sterrenrestaurant wel moet leiden tot een heftige aanval van diarree, winderigheid en andere buikklachten.
Hee, dat doet een belletje rinkelen. In september waren we uit eten bij een sterrenrestaurant. Wat ben ik daar ziek van geworden, en nog steeds heb ik last. En ook etentjes bij andere sterrenrestaurants hebben niet altijd het effect gehad van een heerlijke voldane stemming 's nachts bij het slapen.
Tussen neus en lippen worden ook wat andere dingen genoemd. Last van maagzuur? maagzuurremmers, kan het normaler zou je denken. Maar Klosse laat zijn hoofdpersonen erop wijzen dat het moderne eten kan leiden tot licht lekken van de darmwand. Als je dan maagzuurremmers gebruikt, kunnen de maagbacteriën makkelijker van de maag in de dunne darm komen, en van daaruit de buikholte in lekken.

Klosses grootste zorg gaat uit naar het effect van de stapeling van additieven. Allerlei stoffen kunnen op zich onschadelijk zijn, althans er is geen direct schadelijk effect merkbaar. Maar niemand weet wat de combinatie van allerlei additieven in je darmen veroorzaakt. Wel is er een gezondheidseffect merkbaar sinds de gemaksvoeding haar opwachting heeft gemaakt.
En intussen gaat de verherbouw (zoals de familie Doorzon zou zeggen) van de voedselkweek door, door de veel te grote arealen eenheidsgewas, die ook weer zorgen voor minder bodemleven en ander ongerief. De PR machines zorgen ervoor dat niemand meer precies weet wat ze moeten denken van de producten in de schappen. De mensheid gaat gewoon door met eten, het interesseert ze op zeker ogenblik niet meer. Geen mooie vooruitzichten zo op het eind van het jaar. Ik ben trouwens benieuwd of het restaurant van Klosse aan de hoge verwachtingen kan voldoen die dit boek natuurlijk creëert.
Wel heel leuk dat hij aan het eind de Slow Food beweging noemt, als ommekeer, terug naar ouderwets goed eten met eerlijke, echte ingrediënten vol van natuurlijke smaken.
Dit boek sterkt me in elk geval in de wens om gezond en natuurlijk te eten, met groente uit mijn of andermans biologisch moestuintje, en vlees recht uit de natuur. Dat is mijn voornemen voor 2019.

Gelezen: december 2018
Peter KLOSSE, Een uitgekookte zaak
ISBN 978 908 1496 100

zondag 30 december 2018

Koksmaatje

Vandaag kwamen Mariska, Gideon en de twee kleintjes langs om gezellig met ons te lunchen. Dat deden we in Bubbles & Blessings, een heerlijk kindvriendelijk café-restaurant in ons dorp. Het is niet groot maar wel heel leuk ingericht. Vooral de kinderhoek is uitstekend voorzien van allerlei spulletjes. Na de eerste hapjes gingen ze dan ook in die hoek lekker aan de gang. Het toppunt van kindvriendelijkheid vond ik wel dat de ober op zeker moment druk was met het aankleden van de meisjes, ze kregen een koksbroek en koksmuts op en gingen enthousiast staan kokkerellen op het houten fornuisje. Zo bleef er voor ons ook alle ruimte om afscheid van het oude jaar te nemen met onze dochter en schoonzoon. We hebben het oude jaar eens doorgenomen en de plannen voor het nieuwe jaar tegen het licht gehouden. En natuurlijk hebben we gesmuld van het lekkere eten dat B&B ook nog eens wist te bereiden, ondanks een catering voor 35 personen die onverwacht voor die avond bleek te zijn ingepland. Uiteindelijk werd het toch nog laat voor we eindelijk waren uitgepraat.

zaterdag 29 december 2018

Donker

Wat een donkere dagen zo net na de Kerst, bah! het lijkt wel of deze dagen nog donkerder en grauwer zijn dan rond de 21e, terwijl dat toch de kortste dag heet te zijn. Op die dag (dit jaar: 20 december) is er welgeteld 7 uur en 40 minuten aanwezigheid van Amon Ra. En inderdaad, bij natrekken op een tabel blijkt dat de ochtenden een stukje langer op zich laten wachten na de 21e. Het scheelt maar een paar minuten, maar de zonsopgang is dit jaar op 30 december op zijn traagst. De zon komt dan om 08.51 boven de horizon, tegen 08.48 op 21 december. Drie minuten langer donker dus 's ochtends. Daarna gaat de teller weer naar beneden, en rond 8 januari staat de klok weer op 08.48 bij opkomst van de zon, net als op 21 december. Dus twee weken lang moeten we langer wachten op het ochtendlicht.

De zonsondergang zet dan juist weer een tijdje later in. De vroegste ondergang is in de periode van 8 tot 18 december, om 16.27; maar dat verandert veel langzamer, er komt in die tijd geen minuutje licht bij, het tijdstip blijft 16.27 tot de 18e, dan een paar dagen 16.28, 16.29 enz. Pas op 1e Kerstdag komt er elke dag een minuut extra licht in de avond bij.

Kortom, de dagen bungelen in een fuik van 7 uur 40 minuten tot 7 uur 45 minuten daglicht in de periode van 18 tot 30 december. Ze verschuiven, maar ze lengen nog niet echt. Daarna komen er pas elke dag 2 of meer lichtminuten bij. Wie o wie verklaart mij dit fenomeen?

vrijdag 28 december 2018

Sophia

Voor robots voorziet Yuval Harari een grote toekomst. Zij zullen beter in staat zijn om technische handelingen te verrichten dan mensen, schrijft hij. Dat gebeurt nu al, zie bijvoorbeeld de robotisering in de auto-industrie. Via algoritme technieken zullen zij daarenboven ook nog eens betere beslissingen kunnen nemen dan mensen, waarbij 'beter' dan oorspronkelijk gedefinieerd zal zijn door mensen, maar later door de lerende robots zelf. Daarmee krijg je dan automatisch (robotisch?) dat de menselijke arbeid op een heleboel vlakken nutteloos en nodeloos zal worden. Vast niet op alle vlakken, de mens vindt vast wel weer iets, maar zoiets als zorg voor zieken, voor ouderen, boodschappen doen, kiezen voor energie, een euforisch gevoel genereren, het zal allemaal door robots gedaan kunnen worden. Wat Harari beslist niet ziet gebeuren, is dat robots als wezens worden erkend, met dezelfde rechten als mensen.

Lijnrecht daartegenover staat dat in oktober 2018 de eerste nogal mens-gelijkende robot met de naam Sophia (Wijsheid, Sic!) en een aardig nagebootst menselijk snuitje in Saudi Arabië het staatsburgerschap heeft gekregen. Het (want geen hij en geen zij) hoeft geen sluier te dragen, want is geen vrouw. Het is nu wel een Saudi. Het is een erkend volwaardig lid van de Saudische gemeenschap.  Nou ja! daar kan een Filippino alleen maar van dromen. Maar Sophia is zielloos; misschien dat dat ooit wel zal komen, dat zelfbewustzijn, en dan zullen we verder moeten praten. Voor nu vind ik dat onze neven de mensapen meer recht hebben op een (niet-Saudisch) staatsburgerschap. Die hebben geheel op eigen kracht hun genetica en onderscheidend vermogen ontwikkeld.

donderdag 27 december 2018

Verlangen

Het Verlangen - dat is de titel van een boek van Hugo Claus.
Het is prachtig van woordgebruik, te meer vanwege het sappige Vlaams dat hij bezigt, en de personages die alledaagse Vlaamse kroegtijgers zijn. Maar het gaat niet over een kroeg.

Het vertelt hoe de personen in die kroeg een gezamenlijk kruis dragen, of nou ja, ze drinken er dwars over heen. De nietsnut Rikkebot is allang dood, maar hij heeft een geschiedenis in gang gezet die niet meer stopt. Die heeft een erfenis er door gejaagd, mensen met dat geld aan zich verplicht, gemanipuleerd en gelogen. Dat heeft ertoe geleid dat een zekere Mark, of ook Markske, zijn verloving met Didi heeft verbroken. Didi is daar zo kapot van dat ze in een loeiende gek is veranderd, en dat al maanden zonder dat er verbetering komt. De arme Jaak, haar vader, een reusachtige man, weet niet waardoor het komt maar met zijn zachtmoedige aard lijdt hij hier vreselijk onder.
Michel is een halfbloed en wordt gediscrimineerd door de troep kaarters. Dat stoort hem zo dat hij besluit naar Las Vegas te gaan, met Jaak, en daar rijk te worden. Dan zullen ze nog wel eens zien!
Jaak wil mee, hij vlucht eigenlijk, al is het voor tien dagen.

Maar het loopt helemaal mis natuurlijk. Ze winnen wat en verliezen veel meer. De verleiding sopt en kronkelt om hen heen. Te midden daarvan weet Jaak eindelijk zijn gevoelens op papier te zetten, in brieven aan zijn vrouw Dina. Hij spreekt haar van het verlangen, dat een relatie maakt tot wat zij is.
Dina is overdonderd en gaat naar de kroeg, waar ze te horen krijgt hoe het is gelopen met Didi. Zij belt met Jaak in de US en vertelt hem wat ze heeft gehoord.

Nu komt het mindere stuk. Hier varieert Claus op Of Mice and Men van Steinbeck.

De zachtaardige reus Jaak wordt in één van de speelholen geprovoceerd door een jongen die hem doet denken aan Markske. En hij slaat hem dood. Hij en Michel slaan op de vlucht, met wat hulp lukt het ook nog en ze komen terug in het Vlaamse dorp. Daar bloedt alles dood. Michel is helemaal niet meer welkom in de kroeg, en Jaak wil er niets meer mee te maken hebben. De makkers gaan op dezelfde voet verder, en weten niet ook niet wat er is gebeurd. Jaak heeft niet meer te duchten van vervolging, in de US weten ze niet dat hij het heeft gedaan.

Einde verhaal. Niet Claus' topwerk, maar in de brieven aan Dina gooit Jaak zijn hele ziel open, met de puurheid van een ruwe bolster die voor het eerst in zijn leven zijn gevoelens onder woorden brengt. Die brieven zijn prachtig, ontroerend, een uitgestrekte hand.

gelezen: november 2018
Hugo CLAUS, Het Verlangen
ISBN 9789023434801 

woensdag 26 december 2018

Tachtig prachtwerken

De Vereniging Rembrandt is al ruim honderd jaar bezig met het ondersteunen van collecties van kunst van nationaal belang. Sinds dit jaar ben ik weer lid (opnieuw idd) omdat Eef mij tot en met 2019 een lidmaatschap heeft geschonken. Natuurlijk ga ik dan naar de grote tentoonstelling van de Vereniging, namelijk die van tachtig werken die mede door de Vereniging zijn gefinancierd.

Detail lakkist
Tot mijn grote plezier werd ik vanmorgen in alle vroegte helder wakker, dat komt niet vaak voor helaas. Dus kon ik mijn oorspronkelijke plan uitvoeren om al om half negen met de trein te vertrekken richting het Kröller-Müller museum op de Hoge Veluwe. En daar hangen prachtige stukken tussen! Het is een bonte verzameling van schilderijen, wandtapijten, bronzen en sculpturen, een Japanse lakkist en een klok van een Hollandse klokkengieter, zoals bekend de beste ter wereld. Het was verrukkelijk om daar een paar uur rond te neuzen.
Zilverwerk met goud


Helaas was het grauw en miezerig weer, dus een wandeling in het park moet een andere keer gebeuren. Tevreden keerde ik vroeg genoeg terug om een rustige Kerstmiddag thuis door te brengen, met op de achtergrond de preludes van Skriabin.

dinsdag 25 december 2018

Enescu

Het verhaal van Oedipous is al zoveel eeuwen oud en toch inspireert het nog altijd. Deze mythe is het onderwerp van de enige opera van Enescu, de Roemeen die tot mijn verrassing door kenners op gelijke hoogte met Mozart wordt gesteld. Dat is nogal wat. Maar in het blad van de Nationale Opera lees ik dat kleine Georg inderdaad als vijfjarige al muziek las, speelde en schreef. Op zijn zevende ging hij naar het conservatorium, op zijn 13e eraf, was een virtuoos vioolspeler en dirigent. Daarnaast componeerde hij allerlei, en als het zo uitkwam zong hij ook nog. Een huzarenstuk vond ik dat de Wotan van een Wagneruitvoering eens ziek was; nou, dan zong de dirigent die toch zelf. En foutloos, natuurlijk. Ja, tijdens het dirigeren. Van deze reus kregen wij vandaag de Oedipe te horen, zijn enige opera.
Er waren kosten noch moeite gespaard om deze technisch moeilijke muziek (met kwarttonen o.a.) van een overdonderende regie te voorzien. Het stuk had als zodanig al in een paar huizen gedraaid. Hierna gaat het naar Finland.

Het verhaal is bekend: Oedipous is gedoemd om zijn vader te doden en zijn moeder te huwen, en daarmee twee grote zonden tegen de goden en mensen te begaan. (Nieuw voor mij was, dat deze vloek in feite op Laios was gelegd, mogelijk wegens het schenden van de regels van gastvrijheid in de Peloponnesos; de vloek zou geen effect hebben als hij kinderloos bleef. Maar in een dronken bui is dan toch Oedipous verwekt. Heb ik op Wiki opgezocht.) En het orakel kwam uit, Oedipous stak zijn eigen ogen uit, zwerft met incestdochter Antigone rond tot zijn sterfdag, als de Erinyen in hun vergevende alter ego's zijn overgegaan.
De Sfinx wordt toegejuicht
In vier aktes beschrijft Enescu deze gang. Een hoogtepunt voor mij was de ontmoeting op de driesprong, waar de halfdronken Oedipous zijn echte vader treft, die daar in een staatsie-auto komt aanzetten. Vader Laois behandelt hem uit de hoogte en moet dat met de dood bekopen. Een ander hoogtepunt, het hoogtepunt misschien wel, was de confrontatie met de Sfinx, verbeeld als een roodharige pilote in een gestrande Stuka. Zij geeft een ander raadsel op dan Sophokles, namelijk: wie of wat is sterker dan het lot. Gillend van de lach sterft ze, als Oedipous het antwoord geeft: de mens natuurlijk! Want klopt dat wel?

In de vierde akte laat Enescu de vraag beantwoorden met Ja! want Oedipous heeft door zijn boetedoening zichzelf gezuiverd, en klaagt nu op zijn beurt de goden aan. Hijzelf heeft niets verkeerd gedaan, de goden zelf hebben dit veroorzaakt. Toch kun je niet om de hoge prijs heen die het Lot van je verlangt, hoe groot de eigen zuiverheid aan het eind ook is.


maandag 24 december 2018

Leesarbeid

Morgen moet het boek 'Amerikanen lopen niet' terug naar Marjorie. Gelukkig konden we deze stralende dag vroeg genoeg op pad gaan om te wandelen en waren we weer op tijd terug om de aller-allerlaatste kerstboodschappen te doen en daarna wat leesarbeid te verrichten.
Op de bank gekropen las ik het boek door. Ik werd er niet vrolijk van, het bevestigde wel mijn al bestaande beeld van Amerikanen. Maar dat de ongelijkheid zó is ingebakken in het 'land of the free, home of the slaves' zoals een zwarte stadgenoot van schrijver Arjen van Veelen het volkslied parafraseerde, dat komt toch nog hard aan. Dat hun democratie geen democratisch stelsel is, dat had ik al begrepen. Maar die statistieken, over hoe verschillend zwart en blank worden behandeld, en hoe dat resulteert in hopeloze situaties waarin zwarten altijd verliezen, dat is treurig om te lezen. Je gaat je plaatsvervangend schamen als westerling. In de tijd dat Van Veelen in Saint Louis zat, kwam de beweging Black Lives Matter op gang. Die begrijp ik nu een stuk beter. Wat ben ik blij dat ik niet naar Amerika hoef.

zondag 23 december 2018

Laatste Kerst in Catharijne

Vanmorgen postte Wouter, de organist van de Sint-Catharina kathedraal dat dit gebouw waarschijnlijk verkocht gaat worden en dat het wordt afgestoten voor de katholieke eredienst. Dat betekent dan dat deze Kerst de laatste is die als zodanig daar zou worden gevierd. Daarom vond ik dat ik er vanmiddag heen moest. Eef had ook zin. Het was niet de echte kerstviering natuurlijk, maar de laatste adventszondag met vooral heel veel zang van de Kathedrale Koorschool en, het lokkertje, samenzang door de gemeente.
De kerk zat werkelijk stampvol, blijkbaar hadden meer mensen de boodschap opgepikt. Ik had nog nooit een uitvoering door de kindertjes van de KKS gehoord, dat werd echt tijd. Ze zongen prachtig, kinderstemmen, dat natuurlijk wel dus niet vol en rijp, maar heerlijk hoog en zuiver. De volwassen mannen die in het SATB koor de TB stemmen zongen, waren heel wat minder van niveau. Allen gekleed in wit met rode kraagjes, en ik zat te bedenken dat de oude Bach in zijn tijd ook dit niveau stemmen tot zijn beschikking moet hebben gehad. Wat sneu voor dat genie. Had hij ook maar eens een uitvoering van bijvoorbeeld Ton Koopmans kunnen horen. In deze kathedraal gaf het wel een verbonden gevoel met de meester.

De kindertjes van de KKS en de TB
Overigens zong het koor nauwelijks iets van Bach. Het waren vooral moderne teksten of gangbare liederen in de RK en PC traditie. Sommige stukken daarvan worden gewoontegetrouw in beide geloven gezongen; de overige hadden een melodie die op te pikken was als het koor was voorgegaan. En daar ging het dan, vol uit de longen, ademsteun eronder, galmen maar.

Al spraken de teksten me niet allemaal aan, het zingen ging met overtuiging. Gelukkig ook zonder hoesten. Je wordt er gewoon vrolijk van, dat zou je vaker moeten doen, dacht ik dan ook. Toch maar weer zangles?
Na afloop heb ik Wouter nog even aangeklampt, om te bedanken voor de tip, en wij spraken nog even met Mieke B, alt uit een ver verleden uit de Nederlandse Cantorij met dat andere genie maar helaas slavendrijver, Maarten Kooij zaliger. Was leuk om daar even wat herinneringen over op te halen.

zaterdag 22 december 2018

Uitbuiken

De dag na een etentje mag je even uitbuiken. Dat komt goed uit nu ik wat last heb van mijn maag. Nooit eerder gehad, dat was altijd een ijzeren pot, maar blijkbaar heb ik op 25 september jl. iets verkeerds gegeten bij het sterrenrestaurant de S. Het is nog niet over en ik heb er zelfs voor het eerst sinds meer dan twee jaar eens naar laten kijken. Inmiddels heb ik een beeld van wat er aan de hand kan zijn en ga het rustig afwachten. Iets kalmer aan doen met eten kan vast geen kwaad.
Thuis wachtte de afwas. Het leek een hele berg maar als je er even voor gaat staan is het eigenlijk zo weg. Voor de eetgelegenheid had ik ook mijn woonkamer ontdaan van paperassen, en dat stond ook vanochtend wel zo vrolijk.

In feite had het de boel zo opgehelderd, dat ik ruimte had voor iets nieuws. Daarom besloot ik vandaag om met mijn 70e verjaardag weer een uitvoering van muziek te organiseren. Op zolder zocht ik naar het logboek van de uitvoering op mijn 50e verjaardag en jawel, ik vond iets. Waarschijnlijk is er nog een ander schrift ook, maar er lag een goed uitgewerkt draaiboekje van de te nemen stappen. Leuk om dat weer eens door te nemen. Ook de Lange Wandeling lag er nog intact en bescheiden te liggen. Wat een werk heb ik er aan gehad. Gastenlijsten gemaakt. Kaartjes ontworpen om de gasten welkom te heten. Zaal geregeld in de Woudkapel. Boekjes gedrukt en met de hand gebonden door Bea. Repetities georganiseerd. Een opname geregeld, CD hoes en boekje gemaakt. Gesproken met de lokale pers.

En nu eens zien of ik, in een rustiger tempo, het voor elkaar krijg om een tweede keer zo'n krachttoer neer te zetten. Eef gaat ook een rol spelen, hij wil graag een herhaling van een paar van de liederen van toen, uit de Lange Wandeling, maar dan wat beter opgezet. In onze winterslaap in Calpe gaan we er aan werken.

vrijdag 21 december 2018

Joelfeest

Op de dag van het Scandinavische Joelfeest (de langste nacht) werden we uitgenodigd om te eten bij R. maar die uitnodiging kwam te laat: ik kreeg zelf een Joelgast. Oude vriend en collega Menno kwam eten. Op zo'n dag sta ik vrij lang in de keuken, toch viel het me deze keer mee. Ik had alle inkopen al eerder gedaan en kon dus meteen aan de slag. Het menu was hert met een bospaddenstoelensaus met madeira, rodekool met appeltjes en kruidnagel, verse puree met wat kruiden. Valt mee, je moet wel logistiek de juiste volgorde aanhouden. Toch ben ik op zo'n dag best gespannen of het allemaal gaat lukken. Natuurlijk hoort ook het tafel dekken erbij. Glazen poetsen, bestek opwrijven, borden uitkiezen, passend feesttafelkleed neerleggen met de nodige versieringen daarbij. Koffie en thee vast klaarzetten. Lichtjes aan. Wijn ontkurken en chambreren. En dan mag de gast komen!

Het was een hele tijd geleden dat we samen met Menno hadden gegeten, toen bij hem thuis, en het was weer als vanouds gezelllig. Oude anekdotes van het werk kwamen voorbij, de muziek, kinderen en kleinkinderen, kortom, een fijne avond en iets om ooit weer eens te doen. Met Menno ga ik eens vaker naar muziekuitvoeringen; vinden we allebei leuk.

donderdag 20 december 2018

Een zuster van de overledene

Mijn familie van moederskant was behoorlijk gespleten, door de scheiding van opa en oma, hun ouders en dus mijn grootouders. Dat was in die tijd, jaren 1930, echt ongehoord, en helemaal in christelijke kring; zoiets deed je niet. Het ene deel van de kinderen koos dus voor moeder, mijn oma Dé, en het andere voor vader, mijn opa. Mijn moeder zat er een beetje tussenin: zij hield contact met beide ouders. Dat was in elk geval voor haar zus, mijn tante Ina, onverteerbaar. Ina was misschien wel mede door de scheiding bij oma blijven wonen, als een soort winkeldochter. Ze is ook nooit getrouwd en zorgde tot de dood van oma voor haar.
Er was een oudste zoon Frans; die is op de Waalsdorpervlakte geëxecuteerd, hij was beroepsmilitair en meldde zich vlak voor het einde van de oorlog na een oproep van de nog Duitse overheid. Dat had hij beter niet kunnen doen. Hij was net verloofd, een jonge man nog, en ligt nu in een oorlogsgraf. Dan had je Wim, dan mijn moeder, dan broer Jo, Ina en het nakomertje Henk. Over hem heb ik nog een anekdote aangehaald bij de begrafenis van mijn moeder. Zij was verpleegster, en Henk was 15 toen er een razzia in de straat plaatsvond. Henk was thuis en zou zeker zijn opgepakt. Toevallig was mijn moeder ook thuis, met verlof. Ze schoot haar uniform aan, rende naar beneden en riep dapper: Nicht hereinkommen, Scharlach Fieber! (roodvonk). Het was bekend dat Duitsers als de dood waren voor besmettelijke ziektes. En inderdaad, ze gingen het huis voorbij. Zo heeft mijn moeder haar broertje gered van arbeidsdienst of erger.

Het zal nu een jaar of 15 geleden zijn dat moeders broer Jo overleed. Moeder ging uiteraard naar de begrafenis. Ze was nogal een bemoeial en kon behoorlijk uit de hoogte zijn. Zo stond ze in de deuropening van de aula, om de gasten te begroeten - terwijl de zoon, schoondochter en schoonzoon van Jo er ook waren. Daar kwam een oudere dame aan. Mijn moeder: 'Dag mevrouw, ik ben een zuster van de overledene. En u?' waarop de aangesproken dame haar toevoegde: 'Ik ook.'

Voor wie dit verhaal een raadsel vindt: het betrof natuurlijk haar zuster, mijn tante Ina, die in mijn ogen als twee druppels water op mijn moeder leek. Ze hadden elkaar in minstens 20 jaar niet meer gezien of gesproken. Mocht er een kans op enige toenadering hebben geschuild in die begrafenis, dan was die op het moment van de 'begroeting' wel verkeken.
Tante Ina
Vandaag is het een jaar geleden dat mijn moeder stierf. 

woensdag 19 december 2018

Kunst uit eigen provincie

Ons dorp is een buurtvereniging rijk die nog echt door de buurt wordt getrokken: de WVT, ofwel Welzijnsvereniging Tuindorp. Deze vereniging wil liever niet afhankelijk zijn van de gemeente, want met de subsidie mee komt een heel pakket aan eisen waar ze in Tuindorp zo hun eigen mening over hebben. Daarom worden er regelmatig evenementen gehouden, zoals een grootse rommelverkoop. Die levert altijd een mooi bedrag op voor de Vereniging, zodat ze weer een poosje door kunnen. Het is ook een uitgelezen kans om je ouwe rotzooi te slijten. Daarvan heb ik afgelopen keer goed gebruik gemaakt.

Maar ook houden ze traditioneel elke Kerstvakantie een kunstbeurs, kunst uit eigen provincie. Daar zit ook veel goedbedoeld dilettantisme tussen natuurlijk, maar een enkel keertje kom je toch een pareltje tegen. Ik heb nog altijd spijt dat ik jaren geleden niet een prachtig klein stilleven heb gekocht, een keuls vaasje op tafel, waar iets heel intiems uit sprak. De kunstenares in kwestie is overleden, en de familie heeft toen alles wat ze had gemaakt zelf gehouden.
Wel heb ik vorig jaar een ander stilleven gekocht, niet zo krachtig als die hierboven, maar toch heel aardig, en precies in de kleuren van de slaapkamer: een vaas met bloesems. Die hangt er nu. Met ingang van vandaag is de beurs weer aan de gang, dus ik ga uiteraard even kijken wat onze provinciegenoten er dit jaar van hebben gebakken. Al is het maar om de WVT morele steun te geven voor de inspanningen die ze telkens weer doen.

dinsdag 18 december 2018

Sjaak Bral

Sjaak Bral met de zelfrijdende rolstoel
Een kaartje voor Sjaak Brals eindejaarsconference! dat leek me een buitenkansje. Hij trad gisteren op in onze schouwburg. Een paar jaar geleden had ik een conference van deze ras-Hagenees doorgestuurd gekregen en ik vond hem geweldig. Helaas had ik al snel zijn naam vergeten, kon hem dus niet meer opzoeken. Wie schetst mijn verbazing om die naam te zien staan op de reclameborden - toen herkende ik hem weer. Gelukkig was het te combineren met mijn HKU uitje, en ik kocht na consultatie met mijn liefste meteen twee kaartjes, helemaal op de voorste rij.

Het was een uitstekende investering. Met een sober decor liet Sjaak het thema van zijn conference zien: open de deuren van je geest, doe niet zo benepen. Hij begon met een warm gemeend afscheid van de overleden Stephen Hawking, in een toepasselijk liedje. Daarna kwamen de grappen en grollen los, niet plat, niet bot, maar wel scherp en hier en daar hilarisch.

Ik zal niet veel loslaten want dat is niet aardig bij zo'n show, maar vooruit, eentje dan. Hij had het over Willem-Alexanders Traanrede (want die was toch om te huilen). Het milieu kwam voorbij, de blunders in de politiek, nul-kinderenbeleid, euthanasie wel of niet legaal, de aardbevingen in Groningen en zo nog wat meer dat we in 2018 liever zagen gaan dan komen. De avond vloog voorbij en we zaten soms te hikken van de lach. Bedankt, en tot ziens in 2019!


maandag 17 december 2018

Nieuwe muziek

Het interesseert me hoe jonge mensen nieuwe muziek maken en brengen. Daarom volg ik de agenda van de HKU op de voet :D Eens in het kwartaal is er een avond waarop de cursisten van de afdeling Compositie onder leiding van Caroline Ansink hun gang mogen gaan. Vanavond was ik er bij.
Er waren drie uur maar liefst voor uitgetrokken. Eerst een uur korte stukjes, van de niet-hoofdvak studenten. Daar zaten aardige vondsten bij, zoals een jongedame die in de vleugel zong en daarmee gebruik maakte van de resonantie in de snaren. Een jongeman trommelde, tikte en sloeg op de klankkast en de snaren, schoof ritmisch met papieren, kortom functioneerde als slagwerker. Aardig, maar de stem van de jongedame droeg helaas het stuk niet.
Verder een stukje op de piano, moest soldaten voorstellen maar dat riep het in de verste verte niet op. Het was meer een serie motiefjes als kindertjes die over elkaar buitelden, herhaald en gevarieerd. Hier was de uitvoering gewoon slecht.
Een ander stuk, met cello en piano, werd wel vol vuur uitgevoerd, maar er zaten wat gebbetjes in die weinig effect hadden. De gebbetjes die wel effect hadden, waren overigens de moeite waard. Tot slot een kort koorstuk met een choreografietje en begeleid door piano en buisklokken, deels gesproken en gefluisterd. Aardig, maar die stemmen...
Dit klinkt wat negatief misschien, maar voor mij was het een mooi ijkpunt van welke kwaliteit men in huis heeft en wat de docent mag verwachten. Dat geeft de burger moed!


Na de pauze kon ik even blijven voor de wat langere stukken van de hoofdvak studenten. Er zat een koorstuk bij, met begeleiding door bas, cello, twee violen en qanoon, dat is een soort cither. Een tenor had een solorol binnen het koor, de tekst ging over de onmogelijkheid om te ontsnappen uit je omstandigheden, toch klonk het niet echt somber. Een stuk met interessante passages, maar weer afschuwelijk gezongen. Hier en daar vond ik het wat eenzijdig in de begeleiding, te eentonig. Niettemin een mooie prestatie.
Tot slot luisterde ik naar een stuk voor koperblazers. Dat vond ik echt boeiend om te horen. Niet zozeer omdat de componist beweerde dat hij geïnspireerd was door Douglas Hofstadter, maar ik kan me het hoofdstuk van het MU probleem nog herinneren, en inderdaad zou je daaraan kunnen denken bij de uitbreiding van de kleine motiefjes die het stuk vormden. Hij reeg er telkens een nootje aan vast, en liet alle vier de instrumenten min of meer hetzelfde spelen, maar in hun eigen bereik en op net een ander moment ingezet. Daar waren vijf 'movements' van. En dat ging helemaal niet vervelen, integendeel. www.gordonhwilliams.com als je er meer van wilt horen.

Daarna moest ik op een holletje weg, want Eef en ik gingen naar de Oudejaarsconference van Sjaak Bral!

zondag 16 december 2018

MMA 20 jaar

Dit hele jaar is een jubeljaar: de MMA meiden vieren hun 20-jarig bestaan. Het is eigenlijk niet voor te stellen, in 1999 kwamen we met ons twintigen van de opleiding tot multimedia adviseur af. Allemaal omdat we ons wilden omscholen, betere kansen op de arbeidsmarkt zochten, een nieuw avontuur aan wilden enzovoort. Op ééntje na heeft niemand van ons er ook haar brood in gevonden, en die ene, Gera, was al videokunstenares. Maar toch heeft het ons allemaal verder gebracht. We kregen weer zelfvertrouwen, we hadden elkaar tot steun en we begrepen meer van het werken met computers. Het mooiste is, dat tien van ons elkaar nooit meer heeft losgelaten.

Vandaag zaten we met een klein clubje, zeven dames, in de Kloek een drankje te nemen en weer eens bij te praten. Andere keren zijn er weer anderen, maar die tien van voorheen blijven trouw aan het groepje. En zoals altijd zaten we in de kortste keren weer te gillen van de lach, met de twee gangmakers van het stel voorop en de rest viel vanzelf in. Waar het over gaat? Ach, helpen met verhuizen, ontspullen, wel of geen e-bike, het vinden van werk bij steeds wisselende contracten, oude verhalen over ons leven, bij de opleiding en daarbuiten, dat alles overgoten met drankjes en dooie kip. Ik heb deze keer wat eerder afgehaakt vanwege last van mijn maag, maar het is altijd heerlijk om met deze zo vrolijke groep een avondje uit te gaan.

zaterdag 15 december 2018

Een middag met Jan Švankmajer

Voor een surrealistisch middagje uit is niemand beter geschikt dan Jan Švankmajer. Ken je deze Tsjech? ik zal eerlijk zeggen dat zijn naam bij mij geen bel deed rinkelen. Maar om dat Remy A. enthousiast had gemeld dat hij naar de officiële opening ging van de nieuwe tentoonstelling over deze kunstenaar, dacht ik: dat moet toch iets bijzonders zijn. Het is in het EYE museum in Amsterdam en daar reed ik vanmiddag naar toe.

Om onduidelijke redenen kom ik daar niet zo vaak. Het is beslist een aanrader, dat museum, of in elk geval deze expositie. Jan Švankmajer blijkt een veelzijdig mens te zijn. Hij heeft tekeningen, sculptures en tactiele vormen gemaakt, en films (vandaar) en dan vooral animatie-films. Zijn loopbaan is hij begonnen als poppenspeler en hij kwam later bij de Laterna Magika, het eerste muziektheater, opgericht in 1958. Surrealisme kwam in zijn werk steeds duidelijker naar voren.

Vanmiddag zag ik een paar korte films, met meesterhand getekend maar niet alleen getekend. Stukken realiteit wisselde hij af met animatie, alles buitengewoon knap gedaan. De associaties die hij legt zijn verrassend en effectief, het zet je aan het denken. Ook de stukjes film zijn anders dan wat je anders ziet: een vrouw die in haar ogen wrijft, een close up van een man die aan zijn mond zit, een kerel die apenrots doet in een gymzaal.

De animaties begonnen met tekeningen van Leonardo da Vinci die uitrekten, in een ander beeld veranderden, over het doek stuiterden.

Verder waren er verschillende plastieken, de ene nog eigenaardiger dan de andere. Wezens, mogelijk viervoeters, met uitlopers in de vorm van borstels of pijpen. Veel schedels en botten gecombineerd met schelpen tot een soort totemdieren. Heel boeiend allemaal.
Met moeite scheurde ik me los, maar ik had zoveel in me opgenomen dat ik moest stoppen. Misschien doe ik nog wel een tweede ronde.






vrijdag 14 december 2018

La Higuera

Door een toevallige ontmoeting in de bus met een oude bridge kennis was ik op het spoor gezet van de leesclub van Cervantes, het instituut dat wereldwijd de Spaanse taal en cultuur verbreidt. Dat doen ze ook in Utrecht, en het is daar dat mijn kennis aan zo'n club meedoet. Is dat ook niet iets voor jou? vroeg ze, toen bleek dat Spaans ook één van mijn liefdes is. Daarom toog ik vanochtend naar Utrecht, waar cursusleider César een klein groepje ontving.

Het boek van de dag was La Higuera van Ramiro Pinilla, mij door Dick ter beschikking gesteld; bedankt! César vertelde dat deze man een vreemde eend in de Spaanse literatuurbijt is, omdat hij pas op latere leeftijd is begonnen met schrijven en dus vanuit een heel los gezongen standpunt naar de Spaanse geschiedenis kijkt. Hij is Bask, geboren in 1923, en heeft zelf de burgeroorlog meegemaakt. Het boek La Higuera gaat daarover.

Het is een enerzijds realistische, anderzijds wat magische beschrijving van wat er in het dorp Getxo is gebeurd. De falangisten zijn daar tekeer gegaan en hebben vele burgers vermoord. Dat moorden wordt gedaan door snotneuzen van 18 tot 23 jaar, onder leiding van een iets oudere man uit een gegoede familie. Zo zijn een vader en een zoon van 16 verraden door een dorpsgenoot, opgepakt en 's nachts neergeknald. Maar hoofdpersoon en lid van het moordcommando Rogelio voelt zich die avond in zijn hart geraakt, als de jongste zoon van die vader, een kind van 10 jaar, hem met gloeiende haat in de ogen kijkt. Rogelio zet zich in zijn hoofd dat die knul hem zal vermoorden als die 16 wordt, en zoekt hem later op. Dan begint een merkwaardig spel. De jongen heeft - ongebruikelijk - in zijn eentje zijn vader en broer begraven, in een graf zonder heuvel, en plant er een vijgentwijg op. Elke nacht komt hij water geven. Rogelio neemt het min of meer van hem over, en voelt zich gehouden om de vijgenboom in wording te beschermen tegen schooljeugd, wilde en tamme dieren. Het loopt erop uit dat hij uit zijn falange groepje stapt en als een soort kluizenaar bij het graf blijft. Dat moet hij ook nog beschermen tegen de verrader, die het in zijn kop heeft gezet dat ze met geld in hun zakken zijn begraven. Mocht Rogelio afwezig zijn, dan zal hij de lijken opgraven. En dat wil het jongetje niet, dat weet Rogelio zeker, ook al wisselen ze nooit een woord.
Rogelio krijgt het voor elkaar dat de knul naar het seminarie wordt gestuurd, want priesters doden niet. Maar het helpt niet; de knul gaat, maar verbindt er 'een voorwaarde' aan. En die is natuurlijk dat het graf intact blijft, ook al zegt hij het niet. Rogelio blijft uiteindelijk een jaar of 30 daar zitten, onderhouden door de burgemeestersvrouw (die heeft de pest aan falangisten en ziet in hem een weigeraar), en aanbeden door een steeds grotere schaar religieuze zemelaars. Die laatsten zorgen dat zijn oude groep strijders de zenuwen krijgen: straks komen de mensen er achter dat de vijgenboom op een graf staat. Zij en de nieuwe gezagdragers proberen hem weg te krijgen. Als niets lukt, komen de oude kameraden en hangen hem op aan de vijgenboom; in het dorp denken ze aan zelfmoord. De jongen, inmiddels priester, lobbyt ervoor dat die plek niet bebouwd wordt maar een botanische tuin wordt.
Uiteindelijk zijn er maar heel weinigen die weten hoe de vork in de steel zit, en met de dood van Rogelio kan iedereen de gebeurtenissen van de burgeroorlog weer met een zucht onder het tapijt vegen.

donderdag 13 december 2018

Everts omweg

Op een stralende dag als vandaag kun je niets beter doen dan een heerlijke wandeling maken. Niets beter? je kunt er iets aan vastknopen. Deze keer werd dat het ophalen van een boek in Leersum, dat ik al eerder aan Eef had aangeraden, namelijk Naporra's omweg, een relaas van een VOC matroos over zijn reizen. Dat is bijzonder, want de VOC verbood zijn werknemers om dagboeken bij te houden. Deze jongeman deed het toch, en hield daarmee het hoofd koel in moeilijke zee-tijden. Zo dronk hij zich niet steeds een stuk in de kraag, en liep geen enge ziektes op in bordelen. Hij redde het om zijn tijd bij de VOC uit te zitten, zijn beloning te krijgen en uiteindelijk te settelen in Duitsland. Gelukkig is zijn dagboek bewaard en daarvan is dit boek samengesteld.

Wij liepen dus een onderdeel van het Utrechtpad, van Veenendaal West naar Leersum en ik moet zeggen, het is een pracht. Zeker nu, nu er rijp op de heidevelden ligt en de kale boomtakken afsteken tegen een strakblauwe lucht. Onderweg hebben we lekker een bammetje gescoord op een afgezaagde boomstam, en wat koel helder water. Vogeltjes floten, verder was het stil.

In Leersum, met het boek, pakten we de bus terug, we voelden onze benen behoorlijk na 17 km.

woensdag 12 december 2018

Traverse

Als je iets te doen hebt op het gemeentehuis, kun je daar natuurlijk ook iets anders aan vastknopen.
Ik mag er altijd graag een beker chocolademelk nemen, en even langs de kunst in de Traverse lopen. Vandaag keek ik naar werken van Truus Werners - schilderijen, en Marie-José Wessels - beelden.
Als je daar rondloopt, is het vaak verleidelijk om te bedenken hoe het in de huiskamer zou staan. Bij een paar schilderijen van Werners had ik dat. Het zijn stukken met een mistige sfeer, in wit en bruin, maar vooral veel wit en toch zit er een grote zeggingskracht in de werken. Ze stellen rivierenlandschappen voor, geïnspireerd op Marsman.
De kleinere werken vond ik minder, leuk hoor, kindertjes op het strand, maar die vond ik toch wat knullig hier en daar.

De beelden van Wessels zijn stoer en krachtig. Het brons is met ferme likken geboetseerd, soms ontbreken er delen maar dat past dan weer prima in het totaalbeeld. Het mooiste beeld vond ik een mannelijk naakt, 'René' geheten, wijdbeens gezeten in gebogen pose. Het is zijn rug die half open is gewerkt, zijn mooi getroffen gezicht kijkt naar iets op de grond.

Verder zijn het veelal dierportretten, waaronder een paar hondenkoppen, heel karaktervol, en geiten, varkens. Een pelikaan op een steiger sprak me erg aan. Helaas is de lichtval van de Traverse mooi voor het zicht, maar niet voor de foto. Toch is het een aanrader om eens te gaan kijken. De gemeente heeft best een goede smaak, de tentoonstellingen zijn vaak de moeite waard.

dinsdag 11 december 2018

Hersenschimmen

Bij het slapen gaan vond ik een boek onder de kleren op de stoel, dat lag er beslist al een paar dagen. Ik had het blijkbaar vergeten. Het boek gaat ook over vergeten. Het heet Hersenschimmen, door Bernlef. Ik dacht eerst dat het korte verhalen waren, maar het is een echte roman. Bij eerste lezing was ik al direct gefascineerd door wat er gaat komen: de beschrijving van de teloorgang van een oudere man, die dement raakt.
De komende avonden ga ik het verder lezen. Ik herinner me een scene in de trein naar Hilversum. Er zat een groepje mannen in meer of minder deftige kleding, met in hun midden een ook net aangeklede oude heer die duidelijk hun centrale punt was. De mannen van de groep spraken hem met de grootste eerbied aan, keken hem naar de ogen, en stelden omzichtig hun vragen. De oudere heer sprak erudiet, waar het over ging weet ik helaas niet meer maar het was helder dat deze man een vat van kennis was. Hij keek met sprankelende, zelfs priemende ogen rond en genoot overduidelijk van zijn 'groupies' aandacht. Op zeker moment werd zijn naam door een groepslid genoemd, het was Bernlef. Ik had wel eens van hem gehoord, maar nooit iets van hem gelezen of gezien, en dat heb ik daarna gedaan, een poëziebundel. Nu zal ik eens een paar romans aanpakken. Groot respect heeft Bernlef natuurlijk ook gekregen voor het vertalen van de onsterfelijke Tranströmer.

maandag 10 december 2018

Verandering van spijs

Een ontbijtje voor ons alleen in het hotel, en daarna zijn we de Limburgse dreven ingegaan om eens heerlijk een lange wandeling te maken. In eerste instantie was dat het Krijtlandpad, dat direct bij Eijsden loopt, maar dat ging op zeker moment over in het Pelgrimspad en dat hebben we genomen.
Het is heerlijk om in Limburg te lopen, zeker op zo'n dag met een heerlijk zonnetje, niet te koud, en droog na een paar dagen nattigheid. Op sommige stukken moesten we ons een weg zoeken tussen de watergeulen door, maar het overgrote deel van de wandeling was prachtig en droog genoeg. Tussen de bossen van Mesch liepen we, over heuvels en langs diepe geulen.

Ook kwamen we de Henkeput tegen, een merkwaardig ding waar een gat in de grond naar een ondiepe grot of kuil leidt. Het heeft geen relatie met een vroeger volk, maar ook lijkt het niet modern te zijn. Er wordt nog onderzoek aan verricht. Voorlopig is het afgeschut, want als je daarin valt, ben je nog niet jarig.

Na drie uur lopen kwamen we uit het bos, in Gronsveld, vlak bij een bakkertje. Daar namen we een broodje en liepen nog een uur door, tot Cadier en Keer. Daar stopte onze bus naar Maastricht. Met de trein zijn we vervolgens in alle rust terug gekacheld naar ons dorp.
Ik had zelfs geen zin meer in lezen.

Na een broodnodige douche kwam Douwe 's avonds vertellen hoe zijn nieuwe werk hem bevalt.

zondag 9 december 2018

A Quiet Place

Wat was namelijk het geval? Ik had kaartjes geregeld voor de voorstelling van de opera van Leonard Bernstein A Quiet Place. Jantine ging lekker mee! Ik had geen idee of ze tijd had, maar dat had ze en ze vond het een goed idee. Er waren nog kaartjes dus zaten we om 14.00 uur in een behoorlijk vol Theater aan het Vrijthof.
De muziek was typisch Bernstein, een beetje chaotisch, soms met jazzy stukken er tussen. Het libretto maakte je een beetje droevig; kunnen mensen zó verkeerd met elkaar communiceren? Twee mensen en hun twee kinderen die elkaar jarenlang vrij ongelukkig maken. Door vaste patronen aan te houden? door verwachtingen niet bij te stellen? door de eigenheid van de ander niet te respecteren? Het leek wel een licht autobiografisch stuk, ik kreeg medelijden met Bernstein. Maar Michael W., één van de rijzende operastemmen, en een vriend van mij, zong en acteerde weer fantastisch. Hij speelde de rol van de getroubleerde zoon. De sopraan die zijn zus speelde, zong ook geweldig. Heel hoog, heel helder en zuiver. Hoe dan ook, was de hele cast goed.

Daarna moesten we toch echt afscheid nemen. Niet te geloven dat dit pas de tweede keer is dat ik Jantine heb ontmoet (Eef al wat vaker), het lijkt allemaal zo vanzelf te gaan. In Eijsden reisde zij door naar Luik, wij tweetjes sloegen af naar ons volgende hotel daar, Hotel Hestia. Dat bleek een super gezellig plekje te zijn waar we ook weer lekker konden eten. We gingen voldaan ons nest in.

zaterdag 8 december 2018

In Luik

We deden heel rustig aan, zodat Jantine haar werk kon afmaken. Maar tegen de lunch had ze toch echt tijd, en we pikten haar op bij de Luikse Hema. Ze gaf ons een 'tour de ville' en liet zien waar ze haar hardlooprondje doet: vlak bij de Citadel van Luik. Daar had ze ook een paar mooie steegjes gevonden, langs oeroude stukjes van de oude stad. Er bleek zelfs een binnentuin te zijn, waar ze bijna op uitkijkt vanuit haar raam. Alle plannen van thee, koffie en lekkers werden overboord gezet, we zijn gewoon bij haar op de flat gaan praten, en praten, en praten. We raakten niet uitgepraat, het was echt verrukkelijk. Van het ene onderwerp naar het andere, Kant, Nietzche, DNA-technieken, hersenonderzoek, de oorsprong van de Indo-Europese taalgroep, geologische processen, autokatalytische kringprocessen, het verschil tussen chaos en fractaalstructuren. En dat alles in de meest gemoedelijke sfeer, met wat klassieke muziek op de achtergrond.
Voor we het wisten was het tijd om te gaan eten, dat deden we op aanraden van een jongmens in de trein in Les Princes Evecques midden in het centrum. Ik vond het heerlijk, Eef en Jantine wat minder.
Maar het bleef gezellig. Na het eten gingen we uiteen, maar we gingen de zondag er aan vast knopen.

vrijdag 7 december 2018

Naar Luik

Het was dus een dagje uitgesteld maar vandaag is het ervan gekomen: we gaan naar Luik. Dat is dus een rustig dagje, waarin in vooral dingen opruim, opeet, klaar zet of weggooi. Nog even wat papieren printen (ja ik ben nog van het papier) en na wat lezen en een beetje spelen gingen we dan op weg.
In de trein heb ik zitten lezen, omdat volgende week de leesclub dat boek behandelt. Zonder woordenboek weliswaar, maar het gaat me al beter af, ik ken de meeste woorden.

Op het station Luik aangekomen was Jantine er nog niet, die was nog aan het werk, dus we installeerden ons in het hotel en knapten ons een beetje op. Al snel daarna konden we met Jantine aanschuiven in Concordia, een restaurant waar we heerlijk hebben gegeten. Ik gaf Jantine mijn bronzen Finse armband uit de winkel van Kunst en Ambacht, die 30 jaar geleden nog bestond. Hij paste precies bij haar. We maakten afspraken voor de volgende dag.

donderdag 6 december 2018

Uit, af en op

Vooruitlopend op een paar dagen weg plan ik een aantal zaken zoals overnachting, treinticket en dergelijke. Maar dan is het zo ver en dan komt ineens het weerbericht een duit in het zakje doen. Meteen moet alles weer anders. Vandaag ook. De planning was perfect maar het gaat pijpenstelen regenen. Dat is niet plezierig. Vandaag heb ik geprobeerd om het management van het betreffende hotel te bereiken, maar overdag wilde het niet lukken. Gelukkig waren ze vanavond aanwezig. Bovendien waren ze zo flexibel om in te stemmen met het verschuiven van onze, al betaalplichtige overnachting: we mogen zondagavond komen in plaats van vanavond. Een hele opluchting. Dit hotel had ik al een keer eerder afgezegd, en het is juist zo'n leuk plekje. Dus gelukkig gaat het er toch nog van komen. Houd het blog in de gaten, dan merk je vanzelf waar het is.

Verder heb ik me vandaag met allerlei papierwerk bezig gehouden. Printen, doornemen, herzien en weer printen van mijn nieuwste Lied en ik kan trots aankondigen dat het nu echt af is: Conjunctie, op tekst van Berend Wineke. Deze keer heeft het even geduurd voor ik eruit was, maar het is klaar. Over een poosje ga ik weer eens een sessie regelen waarin er een aantal liederen worden doorgespeeld. Sinds de vorige keer zijn er zeker vier bijgekomen. Niet wat je noemt een overvloedig aantal, maar het gaat wel voort.

Verder heb ik vandaag eens gekookt voor mijn geliefde. Daarbij kon ik mooi de prachtige lap zwijnsrack gebruiken, die ik gisteren bij de Hanos heb gekocht. Daar heb ik niets aan uitgesteld. Meteen die pan in. Twee uur stond ie te pruttelen en smaken dat het deed! Heerlijk. Ouderwets met andijvie en friese aardappeltjes. Het hert dat ik ook had gekocht gaat in stukjes de vriezer in.

woensdag 5 december 2018

Pakjesavond

Pakjesavond, een oude traditie in Nederland. Ook hier komt langzamerhand de klad in. Het heet een kinderfeest te zijn, maar momenteel zijn het geen kinderen meer die met elkaar strijden over de kleur van de Pieten. Dat doen de 'grote mensen'. Dan is er nog de bisschop zelf, mag die nog wel met kinderen op schoot zitten?
Ik heb met lede ogen naar de waanzin van de afgelopen decennia gekeken. Sinterklaas op TV, Sinterklaasjournaal, weken tevoren beginnen met het zetten van schoentjes, voor lekkers en alvast kleine kadootjes. De  kinderen worden helemaal gek gemaakt. Zo heb ik het feest niet in mijn hoofd.

Natuurlijk is het enig om in de familiekring met kleine kinderen op de avond zelf, en misschien een paar dagen voorpret, met pakjes en strooigoed de Goedheiligman te vieren. Maar leuk wordt het pas echt als je met volwassen niet-gelovers grappen uithaalt in de vorm van surprises met gedichten, over dingen van het afgelopen jaar die mal, leuk, tegen het zere been waren of die het waard zijn om weer eens op te halen. Met een kwinkslag, en een toepasselijk kadootje. Maar dat doe ik al lang niet meer, iedereen is zijns weegs gegaan en de achterblijvers hebben er niet zo'n pret aan als ik.

Toch probeer ik elk jaar of er iets leuks te vinden is voor mijn geliefde. Ook dit jaar is dat weer gelukt. Surprises maak ik niet meer, maar nog wel gedichten. Dit gedicht zat bij mijn kadootje voor hem:

Je kunt geen papier meer zien,
Het schemert je grijs voor de ogen,
Dus zomaar een boek zou niet mogen;
Een kluif is beter misschien.

Want Sint kent je hang naar weet
van het wel en het wee van het Rome
Van vroeger. Zo is het gekomen:
Dit werk maakt je kast compleet.

Al ben je het lezen zat.
Dit komt van een echte geleerde,
Dus net wat je hartje begeerde!
Maak jij je borst dus maar nat.

Het kado was het boek van Plinius de Oudere: De Wereld. In een prachtige Nederlandse vertaling. Past mooi in de rij van de andere klassieke werken!

dinsdag 4 december 2018

Kommotie

Eef heeft een nieuw speeltje: de Komoot app. Daarmee kun je een gelopen route vastleggen, met foto's daarin. Dus ging ik na de Pilates les in alle rust naar de trein, waar hij al klaarstond, aangekleed voor een poolreis. En het is vandaag droog, zonnig en warm! In elk geval als je in de zon wandelt.
We deden de route vanaf Amersfoort naar Den Dolder. Een oude bekende; op die route hebben we heel wat zondagochtenden lange uren gewandeld en gefilosofeerd. Hij blijft mooi, met die opgangen langs het korte en het lange zand van Soestduinen. Overal staan de vliegdennen, die ik als meisje van 16 al zo mooi vond bij het padvinderskamp. Het viel mee met het stilstaan voor de foto's. We kwamen vlot vooruit, babbelend als van ouds. Na het zand waren we eigenlijk heel snel in Den Dolder, de conditie is nog best!

Omdat we allebei ons eigen plan hadden daarna, ging ik naar het winkelcentrum. Eef met zijn broodje paling had mij ook trek gegeven in iets met vis. Het werd een lekker harinkje. Even een technisch vraagje bij de mobielenboer, daarna ging ik nog snel kwark en boter halen bij de boer - die is op dinsdagen geopend en het was droog en mooi tenslotte.
Thuis zette ik me na de thee toch weer aan het schrijven van het lied Conjunctie. De laatste paar maten kwamen ineens uit mijn vingers. Ik heb ze geprint, en ga de komende dagen aanwijzingen erbij zetten zoals dynamiek en interpunctie. Vanavond na het eten maar weer eens verder met het boek La Higuera. De plot wordt me inmiddels duidelijk. Ik ben erg benieuwd hoe de Spaanse leesclub zal gaan, maar ik kom in elk geval beslagen ten ijs.

Wat de kommotie compleet maakte vanavond: we zijn gepromoveerd op Step-bridge! Eef naar 8, ik naar 10. Verschil moet er zijn. Dank zij het onvolprezen systeem Biedermeijer van Chris Niemeijer.

maandag 3 december 2018

Even schrikken

Zit ik net rustig te organiseren wat we komende dagen gaan doen, klinkt er ineens een alarmerend geluid: mijn mobieltje raspt. Ehkkk, ehkkk. Vreemd geluid, dus ik check even. Tot mijn schrik zie ik daar staan: ALARM OPROEP, extreem noodgeval, u hoeft niets te doen, check nl-alert. Natuurlijk is die site overbelast, geen informatie beschikbaar. Buiten gaat de sirene. Ook dat nog.

Mijn adrenaline loopt op, ik voel hoofdpijn opkomen, en ga nog eens extra op zoek naar nadere informatie. Gelukkig vind ik die snel. Er blijkt vandaag door het hele land een oefen-oproep te zijn, om te kijken of je mobieltje een alarm wel zal ontvangen. Het is vandaag de eerste maandag van de maand, het juiste moment natuurlijk omdat dan de sirene toch wordt getest.

Maar omdat ik nergens had gehoord of gelezen dat deze speciale test er ook zou zijn vandaag, hield ik direct rekening met een echte calamiteit. En dat vertaalt zich lichamelijk, dat kon ik vandaag goed merken. Het is nu een uur later; de hoofdpijn begint nu pas te zakken!

zondag 2 december 2018

Alba Rosa Viëtor

Sinds 2014 wordt elke twee jaar het Alba Rosa Viëtor Festival georganiseerd, en ik was er alle drie de keren bij. De eerste keer was min of meer toeval: met mijn vergaande nieuwsgierigheid neem ik overal folders mee, en deze naam intrigeerde me. Bovendien werd het om de hoek gehouden. Daarom liet ik me verrassen en dat werd het, een aangename verrassing, dit festival dat tot doel heeft het uitvoeren van werken van de componiste Alba Rosa Viëtor, en van andere vrouwelijke componisten, en het stimuleren van jonge componisten m/v tot het schrijven van kamermuziekwerken. Zo trad bijvoorbeeld Maria Fiselier op, die ik al eerder had gehoord op de HKU, en ik herinner me een werk van Mathilde Wantenaar.

De tweede keer, in 2016, bleek er werk uitgevoerd te worden van Jonathan Dove, die zelf aanwezig zou zijn, nou, dat liet ik me geen twee keer zeggen want ik moest hem echt vertellen hoe ik heb genoten van zijn opera Flight! En inderdaad kon ik hem persoonlijk bedanken.

Deze keer zou ik samen met een jonge componiste gaan, maar helaas werd die ziek. Daarom komt hier een uitgebreid verslag, dan heeft zij tenminste nog iets :)! Het Festival werd nu in het Concertgebouw gehouden. Als eerste onderdeel werden Franse liederen gezongen door Adèle Charvet, o.a. van Cécile Chaminade. Helaas kon ik daar niet bij zijn maar gelukkig kon ik Adèle (die ik ken uit VvhL) nog wel even spreken. Ik kon ook bij de uitvoering zijn van de pianotrio's van Alba Rosa Viëtor en Clara Schumann, en het strijkkwartet van Henriëtte Bosmans. Van Viëtor viel me de krachtige, zelfverzekerde klank op.

Waar ik voor gekomen was, de competitie van jonge componisten, was een geweldige belevenis.
Er waren vijf finalisten, stuk voor stuk terecht geselecteerd. De opdracht was, een werk voor zangstem en pianotrio.
Silvia beet het spits af met Empordà. De tekst was van een Spanjaard die in de burgeroorlog naar Noord-Spanje was gevlucht, en ging over een druivenrank die moest zien te overleven in barre omstandigheden. Het 'groen' van de rank kwam telkens terug in het gedicht, en Silvia liet dat horen door maar steeds rond de B te blijven. Toch had het stuk niets van minimal music. Ik vond het expressionistisch, de angst en benauwdheid van het moeten overleven kwam heel goed tot uitdrukking in het hijgen, puffen, sissen en blazen van de sopraan, in het krassen van de viool, het gepluk van de cello terwijl toch de meeste tijd rust uitging van het zangstuk. Dan kwam er een onrustig tussenstuk met alleen de instrumenten, en na een soort eindkreet weer met de zangeres, kwam de rust terug.
Mario had een stuk op tekst van een vriendin van hem, The only lifeline geheten. Het was een waterval van strijkersnootjes, met ongewone akkoorden, en het geheel ging dynamisch gezien van zacht naar hard, en dan weer plotseling zacht, weer naar hard, alsof er bloemen uit een steel schoven. Beetje filmisch.
Riccardo liet het stuk Plastic Flowers horen, heel toepasselijk met prepared piano (haarspelden en kurk). Het idee was, protest tegen de discriminatie van transgenders. Ook de speelwijze van de strijkers was tja, transgender? Er werd rondgestreken, zoals Diamanda dat doet, en ook zag ik dat de kop van de strijkstok werd gebruikt om tussen de snaren te tikken, grappig! Hier was de dynamiek meer in de vorm van drie wybertjes: zacht-hard-zacht, en weer zacht-hard-zacht. Wild atonaal, dan tonaal, dan zwevend atonaal, maar het was niet overdreven.
Patrick had gewerkt met de vertaling van een oud chinees gedicht over een ontmoeting van geliefden in een donkere nacht, en slaagde erin een stuk muziek te schrijven dat heel leeg leek, een minimale maar effectieve inbreng van de vleugel; je waande je inderdaad in een sterrennacht. Voor de zangstem was dit een lastpak: van zeer laag tot zeer hoog, met echt atonale klanken, dus hoe vind je de plaatsing van je volgende noot als er ook nog eens weinig begeleiding is?
Ramin tot slot had de vertaling van een Iraans gedicht gebruikt. Zijn muziek was dromerig, poëtisch, er klonk een vraag- en antwoordspel tussen de instrumenten met mooie harmonische akkoorden. Net als je zelf wegdroomde kwam er een folk-achtig tussenstuk, tot twee keer toe, met een tamboerijn.

Het publiek mocht een prijs toekennen: die kreeg Ramin. Toen de jury. Het deed mij heel veel plezier dat mijn eigen voorkeur ook die van de jury was: Silvia heeft de Viëtorprijs gekregen. 

zaterdag 1 december 2018

Meesterlijk

Eadaoin had me erop geattendeerd dat er vandaag een masterclass piano zou zijn op het conservatorium van Amsterdam. Dat wilde ik wel eens meemaken. Gelukkig kwam ik tijdig mijn bed uit, en zat ik daarom bij de eerste kandidaat in de toehoordersstoelen. Enrico Pace heette de master; nog nooit van hem gehoord, dus dat ga ik direct veranderen, klik hier.

Deze lange frele man met een diep, rommelend stemgeluid liet de eerste kandidaat, een jonge Chinees, steeds weer passages uit een stuk van Beethoven herhalen met andere accenten. Hij liet hem de onderliggende lijnen eruit lichten. Hij liet hem zachte of harde lijnen vasthouden tot een punt waar ze van klank moesten veranderen, en liet hem er een komma, een adem tussen zetten. Eigenlijk werd het me na een half uur duidelijk: piano spelen is zingen, zegt Pace. Het is het vertellen van een verhaal, een echt verhaal, met woorden van klank maar wel een verhaal. Dus met nadruk, met interpunctie, met een lijn van begin naar het eind.
Altijd bijzonder hoe een stuk onder de handen van de leerling opknapt, als deze de aanwijzingen begrijpt en opvolgt. Ook werd het duidelijk dat levenservaring doorklinkt in wat je vingers neerleggen. Een goede tip van Eadaoin.

Daarna ben ik naar de Westergasfabriek gegaan, ook een suggestie via het onvolprezen deel van facebook. Daar was een beurs geheten Meesterlijk, om in stijl te blijven. Het stond vol met kraampjes van lieden die een ambacht beheersen en daar hun handgemaakte spullen toonden. Hoeden, keramiek, sieraden, tassen, prachtige stoffen, meubels, er was zelfs iemand die ter plekke een harp maakte. Even stond ik te aarzelen bij een stand met wonderschone keramieken kopjes - maar ik heb nog koffiekopjes thuis. Deze waren versierd met een motief als in De Stijl, maar ik heb ze toch maar laten staan.

Op weg naar Amsterdam heb ik trouwens nog een leuk gesprek gevoerd met een stoere dame van 76, lid van de Odd Fellows, dat is een soort vrijmetselaarsbeweging. Ze merkte op dat je tegenwoordig zo weinig mensen meer ziet lezen in de trein - ik las Harari - en voor we het wisten zaten we in een geanimeerd gesprek. Over leven en dood natuurlijk, en wat er tussenin zit. Iets voor haar volgende 'bouwsteen' suggereerde ik (dat is het praatje dat ze met regelmaat voor elkaar houden): willen mensen wel onsterfelijk worden, zoals Harari denkt? Maar daarover later meer.

vrijdag 30 november 2018

Een biografie van een fictief persoon

Ik heb de laatste jaren nogal wat biografieën gelezen. Von Humboldt, Mandela, Eleonora van Aquitanië, Nederlandse Nobelprijswinnaars, Alan Turing, Ada Lovelace, Steve Jobs en ga zo maar door. Het wordt eigenlijk steeds interessanter om een leven van een bekend persoon in wetenschap, kunst of politiek door te kijken. Ieder leven is een andere samenstelling van 'nature, nurture' en beslissende momenten in hun tijd en omgeving, en wat die persoon daarmee heeft gedaan.

Hoe grappig is het dan om een biografie te lezen van een fictief persoon. Naast mijn bed ligt momenteel de officiële biografie van Hercule Poirot, de Belgische detective uit de pen van Agatha Christie. Hij (of is het hem?) werd onsterfelijk mooi vorm gegeven door David Suchet, een Engelse acteur die nu vast met pensioen is, en die ik wekelijks volgde in de serie over Poirot - toen ik nog tv keek. 
De schrijfster van deze biografie kan natuurlijk niet putten uit een register van de burgerlijke stand, familie interviews, het personeelsdossier van de Brussels politie. Dus moet ze het doen met een grondige analyse van de boeken waar Poirot in voorkomt. Wat een klus. Van elk boek moet ze de paar passages opzoeken waar iets doorschemert van Poirots verleden, zijn vrienden, zijn voorliefde voor bepaalde kleding, wat hij graag eet, zijn liefdes - ja zelfs die. 

Alles bij elkaar is het een heel amusant verhaal geworden. Ook Agatha Christie zelf komt in die biografie voor, als Poirots vriendin Ariadne Oliver, de schrijfster van detectives. Poirot verschijnt dan weer in die fictieve detectives als de Finse onderzoeker Sven Olgren. Het wordt een Droste-effect! Het is in elk geval wel duidelijk dat de fictieve hoofdpersoon een eigen leven gaat leiden als hij eenmaal op papier verschijnt. Daar kan de grote schrijfster niks tegen beginnen.

donderdag 29 november 2018

Geen Antropoceen maar Eremoceen

De geoloog Alexei Pavlov heeft in 1919 de term Antropoceen gemunt, het tijdperk waarin de mens zijn geofysische stempel op de aarde drukt. Dan bedoelt hij  het veranderen van luchtsamenstelling door mensenhand, het verplaatsen van de loop van rivieren, het leggen van verbindingen tussen voorheen onverbonden gebieden en zelfs continenten, daarmee het beïnvloeden van alles wat leeft.
Nu heeft de invloedrijke biogeograaf E.O. Wilson een andere term voorgesteld, één die in zichzelf een droeve erkenning is van de richting van die beïnvloeding. Hij heeft het over het Eremoceen.

έρημος is het Griekse woord voor eenzaamheid, en ook voor woestijn. Wilson voorziet een tijdperk waarin alleen de mens nog in leven is, en enkele soorten planten en dieren die de mens tot voedsel en kleding dienen. Een kale wereld. Want kijk om je heen: in een oogwenk op aardschaal, nog geen honderd jaar, en zelfs korter dan dat, is niet alleen de biodiversiteit enorm afgenomen maar zelfs ook de zuivere kwantiteit van veel soorten. De aantallen insecten zijn in 30 jaar tijd met 70 tot 80% verminderd, pinguïns verdwijnen van de zuidpool, vissen zijn nog maar een fractie van wat ze geweest zijn, in afmetingen en in aantallen. Tijgers vallen dorpskinderen aan omdat er geen prooidieren meer over zijn, vogels sterven de hongerdood als ze geen mensenvoedsel eten. Wij leven door, maar om de mens heen wordt vooral gestorven.

Het is een heel andere visie dan degenen die het heil uit de technologie verwachten, uit CRISPR-cas DNA werk, en van het reizen naar de sterren. Intussen razen wij mensen voort, zoals de heksen van Gerrit Komrij. Wilson blijft optimist, en zolang er leven is, is er hoop, maar laten we de komende jaren vooral veel genieten. Zolang het kan.

woensdag 28 november 2018

Cursus Chinees

Gaga en meme, niania, pu en shjr, dat zijn toch al vijf chinese woorden die ik kan thuisbrengen sinds ik verslaafd ben aan de Chinese serie over de harem van de keizer in de Verboden Stad. De handelingen zijn traaaaag, traag vergeleken bij Amerikaanse series. De dialogen zijn gekunsteld: de meisjes die ruzie met elkaar maken, laten elkaar rustig uitspreken voor ze hun vernietigende volgende argument bezigen.
Er wordt uitbundig masochistisch gedaan, iedereen roept om het hardst dat het haar fout is, onvergeeflijk, ze moet gestraft worden enzovoort. De persoon aan wie de onheusheid is begaan, reageert als een kalkoen: zij (of hij) kan niet iemand straffen die zoveel berouw toont. Kortom, het is een hele cultuurschok en toch vind ik het geweldig.
De aankleding van de serie is oogverblindend. De prachtige houten lakwerken, de eindeloze verscheidenheid aan geborduurde kleding, de haardracht met rinkeltjes, lintjes, en halfedelstenen. Maar ook de ingemene spelletjes die onder het mom van beleefdheid worden gespeeld. Je weet dat het actrices zijn, anders zou je medelijden hebben met die arme meisjes. Op hun 14e, 15e, 16e of soms 17e worden ze geselecteerd door een ouwe man, diens moeder en twee toekijkende hoge dames. Dan moeten ze de rest van hun leven als concubine in die Verboden Stad blijven. Als ze geluk hebben, worden ze in de keizerlijke sponde ontboden, en als ze heeeeel veel geluk hebben, krijgen ze een kind.
Maar ook dan gaan de intriges door.
Ik smul ervan. Op Facebook had een half Chinese Amerikaanse, een contact van mij, deze serie aanbevolen en ik dacht, ik probeer of ik een mondje Chinees oppik. Dat valt nog niet mee, maar er is een begin. Broertje, zusje, hoge mevrouw, nee en ja. Die heb ik, zie boven, inmiddels geleerd. Ik blijf de serie volgen tot Wei Ying Luo, de hoofdpersoon, de top van de harem heeft bereikt, alle 70 afleveringen.

dinsdag 27 november 2018

Damask

Een heerlijke invulling van de dinsdag is altijd om na het sporten en de sauna naar Amsterdam te gaan, voor de lunchpauze concerten van de Opera. Vandaag was er iets bijzonders op de rol: het kwartet Damask zong liederen uit de Romantiek. Brahms, Von Herzogenberg - mij tot vandaag onbekend - en Jenner. Een kwartet is echt een tractatie, het is lastig om zoveel mensen tegelijk te programmeren. Maar omdat dit podium een kans is voor jonge en iets minder jonge musici met bewezen palmares, hebben ze hier graag aan meegewerkt. De pianiste, die niet bij het kwartet hoort, begeleidde heel mooi en speelde een kort solostuk. Het mooiste vond ik Jenners Wenn's die Bäume könnten klagen - maar op een andere dag kan dat zo weer anders zijn. De enige uitvoering die ik op Youtube kon vinden is deze maar die is van een koor. Een kwartet, met maar vier stemmen, is veel intiemer.

Met stijve benen vanwege de inspanningen op de sportschool deze laatste dagen, liepen we op Eefs verzoek naar het Rembrandthuis. Tot mijn verrassing was er veel bijgebouwd aan expositieruimte, en ook in het huis zelf waren veel meer ruimtes te bezichtigen dan voorheen. Er hing veel werk van Rembrandt, waaronder een prachtige Saskia die heel erg leek op de Saskia als Flora, die nu even in Leeuwarden te zien is. Het is vreemd om te zien hoe het oude huis, uit 1609, nog zo mooi intact is, terwijl direct daaraan een moderne woonkazerne is gebouwd. Gelukkig heeft dit huis de Noord-Zuidlijn overleefd. Een gedienstige meneer vertelde ons dat over drie jaar nog meer ruimtes in het huis te bezichtigen zullen zijn. Het is een enorm pand. Rembrandt kocht het op zijn 33e, voor een equivalent van anderhalf miljoen euro vandaag. Of ie ook arrivé was!

maandag 26 november 2018

Stortbak weg

Al een poosje kijk ik aan tegen een lekkend oeroud exemplaar van een stortbak. Het is nog het origineel van wat hier in huis is ingebouwd. Tot voor kort, enkele maanden geleden, werkte het geval nog wel goed, maar ik voelde me er langzamerhand niet meer veilig mee. De roestplekken kwamen erop staan. Voor je het week ben je een paar dagen weg en loopt de badkamer vol. Dus had ik met mijn Factotum gebeld. Vandaag kwam hij de stortbak vervangen. Dat is een heel gedoe met hoekjes en bogen, maar hij staat voor niets. Eerst een kraantje halen - het oude zat vast - toen een verloopstuk. Zagen en boren, en hup daar zat het nieuwe, heel simpele plastic model.

Terwijl ik in de keuken aan het redderen ben met mijn spinazie en worstjes, kijk ik uit het raam naar de patio. De oude gietijzeren stortbak ligt daar op zijn lot te wachten. Sommige mensen doen er planten in. Zouden er planten zijn die zoveel ijzer kunnen verdragen, wellicht een ijzerviooltje? In mijn tuin zie ik dat nog niet gebeuren. Het lijkt me niet goed voor de insecten. 

zondag 25 november 2018

Hobby hobby

Op zo'n rustige zondag kun je naar hartenlust bezig zijn met dingen waar je gewoon zin in hebt.
Zoals fitness. Het is altijd heerlijk om de dag te beginnen met een flinke inspanning. Dat had ik al lang niet gedaan, meestal is het Pilates, maar vandaag waren de apparaten aan de beurt. Opwarmen op de loopmachine, tot het buikspierplezier haha. Dat kan ik goed, de enige moeilijke oefening is om je armen en benen vanuit ligpositie omhoog te brengen. Dan wat armspieren, ging ook best eigenlijk. Tegen de RSI in de polsen even de gewichten getild vanuit het polsgewricht - doet verder niemand, terwijl het zo goed werkt. Tot slot nog de rug- en borstspieren en een laatste kwartier op de loopband. Ik was bijna klaar toen een zeer bekend gezicht mij begroette; Eef kwam ook sporten. Maar ik ging al onder de douche.
Thuis kon ik wat lezen in mijn Spaanse boek, La Higuera. Het is zware kost want het gaat over de tijd vlak na de burgeroorlog. Van 1936 tot 1939 vochten de communisten tegen de falangisten, of ook wel de monarchisten tegen de republikeinen, en er vielen ongeveer 500.000 doden. In de periode daarna heerste angst en ongeloof, dat het zover had kunnen komen. In zo'n boek lees ik niet langer dan een uur achtereen.
Daarna had ik een leuk klusje: mijn leren handschoen repareren. Met naald en draad, lekker ouderwets. Gelukkig kon ik 's avonds nasi komen eten bij Eef. Heerlijk had ie het klaargemaakt; met veel ikanteri en trasi. Dat werd smullen. We sloten de avond af met een lange pot step bridge. Met mijn eigen maatje en vaste partner gaat dat het beste!


zaterdag 24 november 2018

Een dag in de branding

Zo heet het festival waar ik vandaag naar toe ben gegaan, na een ferme wandeling, dat wel. Alweer een festival voor moderne muziek, deze keer in het Haagje. Door de werkzaamheden op het spoor kwam ik toch te laat voor het eerste onderdeel, maar een vriendelijke ouvreuse liet mij via de achterdeur binnen. Daar zat ik hoog boven het gewemel. Dit eerste onderdeel viel me niet mee. Almaar op zwart geprojecteerde teksten, leidt erg af, en dan vier dames die ongeveer die teksten op een moderne, minimal-achtige manier brachten in zang, altviool, blaasinstrumenten en piano. Het ging over gezichten, maskers, verschijningen maar het raakte me niet.
Niet getreurd, dat kan gebeuren, het volgende stuk kon beter zijn. Dat was het gelukkig ook. Ik viel midden in de uitreiking van de Theo Bruins prijs aan Wim Boerman, een drijvende kracht achter het Ensemble ereprijs (met kleine letter). Deze eminence grise heeft heel veel gedaan voor de moderne muziek en dat konden we kort daarop horen, toen er vier stukken van jonge componisten werden uitgevoerd. Vooral het stuk Rain van Alisson Kruusmaa uit Estland sprak me aan. Tot slot werd de Baal litanie van Chiel Meijering ten gehore gebracht. Dit stuk duurde vrij lang, en werd gezongen en gespeeld door een jongeman die naadloos paste in de Brecht-traditie, een theaterman, ik vond het geweldig, het hele uur van deze moderne muziek met blazers en slagwerk, plus piano en twee electrische gitaren. Daarna had ik genoeg, de rest heb ik niet bekeken, ook al omdat de treinrit terug weer een mijl op zeven was.

vrijdag 23 november 2018

Er kan niets meer bij

Vandaag was het startschot voor de verkoop van wildernisvlees voor de Kerstperiode. Meteen riep ik de site op, en koos alvast wat lekkers uit. Maar voor ik ging afrekenen, keek ik eerst even in de keuken. Helaas! de vriezer zit tot de nok toe vol. Met ingemaakte groenten uit eigen tuin, soepen, fruit, kwark en natuurlijk ook heerlijk vlees van de jager en van de veldvarkenhouderij. Dus deze bestelling ging niet door... eerst moet nu alles op, en dat zal nog een klus worden.
Bovendien gingen we vandaag weer uit eten, dat helpt ook niet bij het leegmaken van de vriezer. Deze keer was het om Peter en Jessica weer eens te zien, en om kennis te maken met haar ouders. Dat gebeurde in Ridderkerk, een uithoek voor ons, maar gelukkig bracht Thea ons daarheen. Want eerst gingen we bij haar langs om de DVD van Eef een rustig te bekijken. Dat was een emotioneel gebeuren waar we allemaal ook van genoten. 

donderdag 22 november 2018

Alweer Den Bosch

Het lijkt onvermijdelijk, novembermaand Den Boschmaand. De hoeveelste keer is het nu dat ik daar al was? November Music, doorreis en nu weer museumbezoek. Eef had mij attent gemaakt op de tentoonstelling over Jan Sluijters, en vandaag gingen we daarheen. Het Noordbrabants Museum had een heel arsenaal van zijn schilderijen hangen. Wat me frappeerde was, dat zijn stijlen zo wisselden. Er hing bijvoorbeeld het stuk waarmee hij de Prix de Rome had gewonnen: een bijbels tafereel met de profeet Elia, heel figuratief, met mooi licht en donker; geschilderd op zijn 22e, bedenk het eens.

Hij kreeg de prijs, maar de jury vond wel dat zijn toets te grof was en dat zijn kleuren te uitbundig waren, teveel rood in de jurk van de vrouw met het kind. Inderdaad deed me dit werk aan Rembrandt denken, vast ook veel te grof van toets in de ogen van die jury.
Maar niet veel later, toen hij zijn studiebeurs gebruikte zat, was hij getuige van la gaye Paris waar de beentjes omhoog gaan. Ook zijn verfkwast ging toen veel losser, het leek wel Renoir of Toulouse Lautrec. Hij bleef in verschillende stijlen schilderen en tekenen, soms figuratief en soms juist gestileerd. Een mooie tentoonstelling.
Op de terugweg mocht ik van mezelf een echte Bossche Bol van Jan de Groot en zie: er pasten er twee in het zakje. Die tweede staat nu in mijn koelkast zijn lot af te wachten. De eerste ging er in de trein al in.

woensdag 21 november 2018

Jacquard getouw

Joseph-Marie Jacquard was een man van 12 ambachten en 13 ongelukken. In het Lyon van eind 18e eeuw was hij bezig met boekbinden, bleken van stro, mortel maken en sjacheren met zijde. Hij had geprobeerd in zijn vaders weverij te werken, maar dat was te zwaar voor hem. Toch werd hij eigenaar van de weverij bij zijn vaders dood, om prompt de boel in het honderd te laten lopen. Zelfs zijn huwelijk met een rijke weduwe hielp hem niet om de problemen te boven te komen: hij raakte alles kwijt. Zelfs zijn enige zoon sneuvelde.
Inmiddels is het 1800 geworden. Wat moet Jacquard nog? Hij keert terug naar het weven en begint dingen uit te vinden. In 1801 zendt hij één van zijn uitvindingen in voor de Exposition van industriële producten in Parijs: het Jacquard getouw. Dat krijgt de bronzen medaille. En het is deze vinding die Ada Lovelace née Noel Byron het visioen gaf van een computertijdperk.

Het Jacquard getouw is een machine die door middel van ponskaarten in staat is, informatie te vertalen naar de automatische overdracht in het getouw. Je kunt er afbeeldingen mee weven, zonder tussenkomst van een wevershand. Jacquard had de machine opdracht gegeven om bepaalde handelingen te verrichten, en dat resulteerde in een beeld dat hij van tevoren had ontworpen!
Charles Babbage, de man van de Verschil Machine, kreeg er lucht van en wilde perse een geweven doek, met de afbeelding van Jacquard, in handen krijgen. Dat lukte. In 1840 kreeg hij er twee te pakken.

Babbage deelde deze kennis met zijn vriendin en 'collega' Ada Lovelace. Zij, en niet Babbage, begreep direct de implicaties van dit wonderwerk. Het moest mogelijk zijn om niet alleen rekenkundige bewerkingen geautomatiseerd te verrichten, maar zelfs om zuivere informatie van welke aard ook te vertalen naar geautomatiseerd handelen. Zij begreep dat 'operations' los te zien zijn van 'the objects operated upon'. Daarmee voorzag zij de ontwikkeling van een 'science of operations' ofwel computerwetenschap. Zij schreef zelfs in 1843 een sequentie die in feite het eerste computerprogramma is, het zogenaamde 'Note G'. Hiermee zou Babbages Analytical Machine moeten gaan draaien.

Als voorbeeld van een toepassing noemde zij o.a. de muziek. Met de juiste input van te voren, moest het mogelijk zijn om muziek te creëren via een automaat, door het formuleren van de juiste wiskundige expressies. Op allerlei vlakken van menselijk kunnen voorzag zij praktische toepassingen van deze nieuwe procesbehandeling.  Voorwaar een visionaire blik van deze vrouw, die helaas al met 36 is overleden. Niet voor niets heeft juist Alan Turing haar werk al van hoge waarde geschat.

Gelezen: A Female Genius, How Ada Lovelace, Lord Byron's Daughter, Started the Computer Age
door James Essinger, ed. Gibson Square

dinsdag 20 november 2018

Vorstenbosch

Onder de rook van Den Bosch ligt Oss. Onder de rook van Oss ligt Uden. En onder de rook van Uden ligt Vorstenbosch, tot een jaar geleden had ik er nog nooit van gehoord. Maar nu is het de woonplaats gebleken van een lieve nieuwe dochter, en twee kleindochters. Vandaag gingen we er weer eens langs, al is het echt een mijl op zeven.
We hadden Mariska en de kleintjes al weer een paar weken niet gezien en de DVD over het leven van Eef moest worden afgeleverd. Mariska gaat daar over waken, als wij er beiden niet meer zijn. Het leek ook een goed idee om eens met ons allen naar de beelden te kijken. Daar kwam alleen niet veel van. Het is met een huishouden met twee kleintjes altijd een janboel, met veel lawaai. En hoewel dat nu toch nog meeviel, is het niet de goede omstandigheid om een emotioneel filmpje te bekijken. Niettemin, het is afgeleverd en de essentie is overgekomen. Intussen liepen de twee kleinen rond, kropen bij me op schoot, speelden met hun plastic tentjes, en waren lief en vrolijk. Eef en Mariska babbelden gezellig, we kregen lekker eten voorgeschoteld kortom, het was een familiedagje zoals we dat niet vaak laten gebeuren. Heel leuk allemaal. Toch kwam er een eind aan en reisden wij door naar Den Bosch, waar we bij Tante Wonnie, het Surinaamse eethuis, opnieuw heerlijk gingen eten, net als na het optreden van tenor Peter Gijsbertsen enkele weken geleden. Zo kom je nooit in Den Bosch, zo zit je er dagen achter elkaar, meerdere weken.

maandag 19 november 2018

Hemimastigoot

Weet u wat het is? Het woord is niet te vinden in Wikipedia, en dat mag toch wel uitzonderlijk heten.
Vandaag verscheen in verschillende kranten dat er twee exemplaren van gevonden zijn, in Canada; daar was een jongedame die wel weet wat het is. Zij was uit hiken en nam ook wat grondmonsters mee voor haar onderzoek aan de universiteit.
Er bleek inderdaad een monster in de grond te zitten, nu gedoopt tot Hemimastix Kukwesjijk, een broertje of zusje van de zeer zeldzame Hemimastix Amphikinetica. Wordt het al duidelijker? Het betreft een heteretrofe flagellaat, een soort bacterie. Die zijn toch niet zeldzaam, hoor ik u vragen. Nee, maar deze soort wel. Het zeldzame is dat deze soort niet hoort bij de drie hoofdtakken van de levensboom, de prokaryoten, eukaryoten en de archaea. Nee, deze twee lijken een aparte, vierde tak te bewonen. Dat is een buitengewone bevinding, waar Yana Elgit, de dame in kwestie, nog naam mee gaat maken. En dan ontdekte ze ook nog waar het wezen zich mee voedt: het jaagt op diasporen, gewone bacterieën.

Ze vond een manier om haar monstertje te eten te geven en zie, het vermenigvuldigt zich. Nu kunnen wetenschappers uit de hele gemeenschap proeven doen met dit nieuwe lootje Hemimastix.

zondag 18 november 2018

Gregoriaans

Vanmiddag haastte ik me op weg naar de Catharina Kathedraal, voor een dubbel feest: het Utrechts Gregoriaans Koor vierde zijn 50e verjaardag, en Calliope Tsoupaki had een première van haar psalm 61 voor vrouwenkoor. Op verzoek van de dirigent werd het echter door de mannen uitgevoerd.
Gelukkig kon ik er bij zijn vandaag.
Ik kwam al aardig in de stemming bij de Dom want wie stond daar op een mobiel podium? jawel, de Goedheiligman zelf, Sinterklaas. Hij bleek net uit Spanje gekomen te zijn. Tientallen kindertjes met hun ouders, gekleed in Pietenpakken en met Klazenmijters op, vulden het Domplein. Vlak daarbuiten stonden de beveiligers, hoog te paard en in groten getale. Een beetje droevig dat het zover heeft moeten komen, alleen om de kleur van een Pietengezicht.
Maar ik ging naar de domicilie van die andere bisschop. Wat ik mooi vond aan de voorstelling, was dat het een beeld gaf van hoe de monniken in een ver verleden moeten hebben geklonken. Mannenstemmen, hoog en laag, maar niet perse heel goed geschoold, in een eindeloze cadans van kerktoonladders. De teksten werden bijgeleverd, in het Latijn met vertaling, zo kon ik het redelijk goed volgen.
Maar mooier vond ik het stuk van Calliope. Het was gelijkend op Gregoriaans, maar dat was het niet. Het leek wel een stapeling van secundes, groot of klein, en kleine tertsen met hier een daar een kwint erdoor. Het stuk, op de Griekse tekst van psalm 61, eindigde met f-gis-b-c-d-e-f, uiteindelijk heel harmonisch. Tot mijn grote plezier was Calliope er zelf, en ze herkende me van de foto's. Ik kon haar naderhand persoonlijk feliciteren, maar helaas is de foto van haar met bloemen mislukt.

zaterdag 17 november 2018

Oostenwind

Het is ineens guur, de wind is naar het Oosten gedraaid, en met de wind mee kwam een duo uit Polen zingen bij de Vrienden van het Lied in Utrecht. Deze zaterdagavond waren zij in de Zeven Linden. De zaal was stampvol. Het was dan ook een verrassende invulling, althans voor ons Nederlanders. Er stonden uitsluitend Poolse componisten op het programma. Door omstandigheden waren er geen teksten beschikbaar, maar gastheer Robert Koch drukte ons op het hart om ons open te stellen voor de boodschap in de muziek en zo geraakt te worden.

De bariton Artur Rozek hielp ons daar bij door buitengewoon verstaanbaar te zingen. De meeste teksten waren niet in het Pools, maar in het Duits, Engels en Frans. Aan de piano zat een gepassioneerde Tomasz Pawlowski. Ze begonnen met een korte serie van Karel Szymanowski, in het Duits. Mij deed deze componist denken aan Zemlinsky, enigszins zwevend atonaal, dus ik zat meteen geboeid te luisteren. Na een woeste Tarantella in het Engels van Witold Lutoslawski volgde een tweetal  liederen van Maciej Malecki, deze keer wel in het Pools, maar omdat deze impressionistisch klonken, kon je eerst de zee en daarna het lege eiland gewoon horen.
Na even bijkomen in de pauze werd er afgesloten met twaalf liederen van I.J. Paderewski, in het Frans, die ook Frans aandeden. Voor de meesten waren alle liederen nieuw, dus dat was leuk napraten onder het genot van een glaasje wijn of fris. Het was weer een fantastisch verzorgde avond in regio Utrecht. 

vrijdag 16 november 2018

Drie zusters

Om te vieren dat de lange periode van mantelzorg eindelijk voorbij is, gingen we met ons drieën uit eten in Breda. Zo vaak gaan we niet gezamenlijk op stap, maar het is elke keer toch weer gezellig.
Deze keer misschien zelfs nog meer, omdat de last er toch altijd een beetje bij was, voorheen; en nu niet meer. Uiteraard spraken we over vroeger, maar ook over hoe dat doorwerkt in het nu. We constateerden lichtelijk besmuikt, lichtelijk lachend dat we wel gehard waren en niet zo snel onder de indruk meer zijn van ongemak, lichamelijk noch geestelijk. Van een ander dan natuurlijk haha! maar we hadden wel oor voor de problemen en probleempjes van de andere twee. De tijd hadden we er ook voor want An had haar voorkeur uitgesproken voor een maar liefst acht-gangen-menu en zo geschiedde, zij was het feestvarken tenslotte.

Overigens had ik de dag extra gebruikt door 's middags naar de tentoonstelling te gaan van Robert Uleman, mij onbekend, het was ook zijn eerste tentoonstelling. Toch had een folder ervan, ergens in Den Bosch opgeduikeld, indruk op me gemaakt. Dit wilde ik zien! In de catacomben van het stadsmuseum van Breda hing een flink aantal werken van hem, stuk stuk intrigerend. Allemaal zelfportretten en portretten van zijn vriendin, veertigers, zonder enige romantisering, eerder een gestrenge weergave van hen zelf. Met blauwige aderen, grote neuzen, hoekige lijnen, bleke tinten. Heel bijzonder.



donderdag 15 november 2018

Hoorn

Hoorn is een belangrijke handelsstad geweest, met zijn prachtige uitvalswegen naar zee. Er is daar goed verdiend, en dat is ook te zien aan de huizen die er zijn gebouwd. Vandaag was het open dag van de Vereniging Hendrick de Keyser, die zich erop toelegt om dit cultureel gebouwenerfgoed te bewaren en te onderhouden.
Daarom kwamen wij te staan in Huis Bonk, het handelshuis van de gelijknamige koopman, uit 1624, het oudst bewaarde huis in de stal van de Vereniging, en werkelijk prachtig bewaard. Het was natuurlijk van allerlei eigenaren geweest, maar het is overgedragen en de motten en kevers zijn uit de balken verwijderd, panelen verbeterd, isolatie aangebracht enzovoort. Het resultaat is adembenemend mooi. Een hoge entree gaf ruimte voor voorraden. Achter was een woonkamer met bedstee, haard en tafel. Boven was nog een grote slaapkamer, en verder was daar aan de voorkant, dus boven de voorraden, een comptoir - dat noemen wij tegenwoordig een kantoor. Daar zat koopman Bonk te rekenen en te tellen, bovenop zijn geld, want de uitdrukking 'op je geld zitten' komt van de stoelen die kooplieden hadden waar onder de zetel een geldkist was ingebouwd.
Vanuit zijn comptoir, dat was gepimpt met valse panelen om het rijker te laten lijken, keek hij vol uit over de haven waar zijn schepen lagen. Aan de muur hingen de laadbrieven. Je kon hem gewoon zien zitten daar.

Er waren nog meer panden, enkele ervan hebben we bezichtigd en bij één ervan kwamen we zowaar oude kennis Piet tegen, die we op de cruise over de Donau hadden leren kennen. Daarna was het welletjes en konden we nog net voor vieren inchecken.