donderdag 20 december 2018

Een zuster van de overledene

Mijn familie van moederskant was behoorlijk gespleten, door de scheiding van opa en oma, hun ouders en dus mijn grootouders. Dat was in die tijd, jaren 1930, echt ongehoord, en helemaal in christelijke kring; zoiets deed je niet. Het ene deel van de kinderen koos dus voor moeder, mijn oma Dé, en het andere voor vader, mijn opa. Mijn moeder zat er een beetje tussenin: zij hield contact met beide ouders. Dat was in elk geval voor haar zus, mijn tante Ina, onverteerbaar. Ina was misschien wel mede door de scheiding bij oma blijven wonen, als een soort winkeldochter. Ze is ook nooit getrouwd en zorgde tot de dood van oma voor haar.
Er was een oudste zoon Frans; die is op de Waalsdorpervlakte geëxecuteerd, hij was beroepsmilitair en meldde zich vlak voor het einde van de oorlog na een oproep van de nog Duitse overheid. Dat had hij beter niet kunnen doen. Hij was net verloofd, een jonge man nog, en ligt nu in een oorlogsgraf. Dan had je Wim, dan mijn moeder, dan broer Jo, Ina en het nakomertje Henk. Over hem heb ik nog een anekdote aangehaald bij de begrafenis van mijn moeder. Zij was verpleegster, en Henk was 15 toen er een razzia in de straat plaatsvond. Henk was thuis en zou zeker zijn opgepakt. Toevallig was mijn moeder ook thuis, met verlof. Ze schoot haar uniform aan, rende naar beneden en riep dapper: Nicht hereinkommen, Scharlach Fieber! (roodvonk). Het was bekend dat Duitsers als de dood waren voor besmettelijke ziektes. En inderdaad, ze gingen het huis voorbij. Zo heeft mijn moeder haar broertje gered van arbeidsdienst of erger.

Het zal nu een jaar of 15 geleden zijn dat moeders broer Jo overleed. Moeder ging uiteraard naar de begrafenis. Ze was nogal een bemoeial en kon behoorlijk uit de hoogte zijn. Zo stond ze in de deuropening van de aula, om de gasten te begroeten - terwijl de zoon, schoondochter en schoonzoon van Jo er ook waren. Daar kwam een oudere dame aan. Mijn moeder: 'Dag mevrouw, ik ben een zuster van de overledene. En u?' waarop de aangesproken dame haar toevoegde: 'Ik ook.'

Voor wie dit verhaal een raadsel vindt: het betrof natuurlijk haar zuster, mijn tante Ina, die in mijn ogen als twee druppels water op mijn moeder leek. Ze hadden elkaar in minstens 20 jaar niet meer gezien of gesproken. Mocht er een kans op enige toenadering hebben geschuild in die begrafenis, dan was die op het moment van de 'begroeting' wel verkeken.
Tante Ina
Vandaag is het een jaar geleden dat mijn moeder stierf. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten