Roelof van Gelder, Naporra's omweg, 2003
ondertitel: het leven van een VOC matroos (1731-1973)
Georg Naporra is als elfde kind van een vrije boer in Oost-Pruisen niet zeker van wat hij met zijn leven wil. Vader opvolgen kan niet, als jongste, en een ambacht leren wil hij ook liever niet. Hij vindt het leuk om met iedereen te praten, is overal wel nieuwsgierig naar en mag zelfs naar school, maar echt ijverig is hij niet. Hij moet de kost gaan verdienen en heeft allerlei baantjes, waarvan knecht bij een ijzerwarenhandelaar in Koningsberg nog het meest lijkt te werken, maar helaas, ook dat gaat mis. Hij gaat naar Dantzig en besluit matroos te worden bij de VOC. Hij komt terecht op het schip De Drie Papegaaien dat voor de VOC naar de Oost gaat. Op dat schip houdt hij een dagboek bij. Vrij uitzonderlijk, want de VOC was daar tegen. Maar het boek is bewaard en hij beschrijft de harde werkelijkheid van het reizen per schip, de mannengemeenschap, de moeite die het kost om je te handhaven.
Maanden is hij onderweg, van Texel via Kaap Verdiƫ en Kaap de Goede Hoop naar Surat, Batavia, Gamron en Bengalen. Velen sterven, worden gestraft voor allerlei wandaden en wissewassen, stelen en smokkelen en vechten. Uiteindelijk overleeft hij alles, krijgt zijn gage en vestigt zich in Dantzig waar hij was begonnen. Daar komt zijn handelsgeest tot zijn recht en bouwt hij een welvarend leven en een gezin op.
ondertitel: het leven van een VOC matroos (1731-1973)
Georg Naporra is als elfde kind van een vrije boer in Oost-Pruisen niet zeker van wat hij met zijn leven wil. Vader opvolgen kan niet, als jongste, en een ambacht leren wil hij ook liever niet. Hij vindt het leuk om met iedereen te praten, is overal wel nieuwsgierig naar en mag zelfs naar school, maar echt ijverig is hij niet. Hij moet de kost gaan verdienen en heeft allerlei baantjes, waarvan knecht bij een ijzerwarenhandelaar in Koningsberg nog het meest lijkt te werken, maar helaas, ook dat gaat mis. Hij gaat naar Dantzig en besluit matroos te worden bij de VOC. Hij komt terecht op het schip De Drie Papegaaien dat voor de VOC naar de Oost gaat. Op dat schip houdt hij een dagboek bij. Vrij uitzonderlijk, want de VOC was daar tegen. Maar het boek is bewaard en hij beschrijft de harde werkelijkheid van het reizen per schip, de mannengemeenschap, de moeite die het kost om je te handhaven.
Maanden is hij onderweg, van Texel via Kaap Verdiƫ en Kaap de Goede Hoop naar Surat, Batavia, Gamron en Bengalen. Velen sterven, worden gestraft voor allerlei wandaden en wissewassen, stelen en smokkelen en vechten. Uiteindelijk overleeft hij alles, krijgt zijn gage en vestigt zich in Dantzig waar hij was begonnen. Daar komt zijn handelsgeest tot zijn recht en bouwt hij een welvarend leven en een gezin op.